Het Molenaar Racing Team kende een leerzaam weekend op de Lausitzring. Op het voor Thom Molenaar en Sven Doornenbal uitdagende nieuwe circuit werd de derde wedstrijd van het IDM verreden en hard gevochten voor iedere punt in het competitieve Supersport 300 veld.

Na eerder die week de tweede wedstrijd van het IDM op de Sachsenring te hebben gereden reisde het Molenaar Racing Team door naar de Lausitzring. Vanaf vrijdag werd daar het derde evenement gehouden van het vier wedstrijden tellende IDM-seizoen. Net zoals de Sachsenring was de Lausitzring onbekend terrein voor Thom Molenaar en Sven Doornenbal. Het team heeft dan ook de tijd genomen het circuit voorafgaand aan de trainingen goed te verkennen. Al snel werd het duidelijk dat het een uitdagende baan betreft waarbij vooral rekening moet worden gehouden met de vele hobbels in het asfalt. In de trainingen werden iedere sessie de rondetijden door Molenaar en Doornenbal verder aangescherpt, wat uiteindelijk zou resulteren in een 12e plaats op de startgrid voor Molenaar en een 18e voor Doornenbal.

Race 1

Molenaar had een moeizame start en verloor in de eerste bocht een aantal plaatsen. Hij vond daarna aansluiting in de achtervolgende groep en wist zich daar in de eerste helft van de race goed te handhaven. Vanaf de veertiende plaats lukte het hem zich weer terug te vechten naar voren. In de tweede helft zakte hij na een aantal keer contact met andere rijders te hebben gehad iets terug om uiteindelijk als 15e te worden afgevlagd. Doornenbal kon in de groep daarachter goed meekomen en zijn positie handhaven met als resultaat een 18e plaats. Doordat er twee gastrijders in de top tien eindigden die voor de punten niet meetelden zouden Molenaar en Doornenbal nog twee plaatsen doorschuiven. De race werd gewonnen door de Belgische Luca de Vleeschauwer, die na een matige kwalificatie zijn eerste zege van het seizoen boekte. Titelkandidaten Harry Khouri en Melvin van der Voort verzamelden door te crashen beide geen punten.

Race 2

De tweede race begon al beter voor Molenaar met een prima start. Na in het gedrang van de openingsfase contact te hebben gemaakt met een andere rijder zakte hij iets terug maar maakte het direct weer goed en vocht zich binnen enkele ronden terug naar de negende plaats. Op die positie wist Molenaar zich lange tijd te handhaven totdat er in de eindfase door een schakelfout een aantal plaatsen verloren gingen. Molenaar wist daarop nog een tandje bij te zetten waardoor hij niet alleen als negende werd afgevlagd maar ook zijn snelste rondetijd van het weekend aanscherpte. Door het wegvallen van een gastrijder voor hem in de uitslag kon hij nog een puntje extra voor het kampioenschap bijschrijven. Doornenbal kende een goede start en een sterke beginfase maar kon het hoge tempo in de tweede helft van de race niet vasthouden. Hij zakte terug en kwam als 23e onder de zwart-wit geblokte vlag door. Rick Dunnik wist de race overtuigend te winnen en kreeg daardoor ook de leiding in het kampioenschap in handen.

Na drie wedstrijden bezet Molenaar de tiende plaats in de tussenstand van het kampioenschap. Doornenbal staat 19e in het sterke veld van meer dan 40 deelnemers.

Thom Molenaar herpakte zich in de tweede race.

“De eerste race was voor mij teleurstellend, maar je leert ook van je fouten. Door een paar aanrijdingen met andere coureurs zakte ik terug, in de tweede race heb ik juist na een touche met een andere rijder mezelf verder naar voren gevochten en in de laatste ronde de voorste man van het groepje waar ik in zat nog uitgeremd. Een zwaar bevochten wedstrijd met een goed resultaat!”

Sven Doornenbal zette zijn beste prestaties juist neer op de zaterdag.

“Het was voor mij een weekend met ups en downs, in de trainingen iedere sessie mijn tijd verbeterd en in de eerste race kon ik goed volgen in de groep waar ik in zat. In de tweede race lukte me dat in de eindfase helaas niet meer. Ik heb dit weekend wel ontzettend veel geleerd, ook dankzij het team dat ik graag wil bedanken voor de goede samenwerking. Mijn focus is nu op de laatste wedstrijd over twee weken in Hockenheim!”